Als
ik op
IJsland
aankom is
het
duidelijk
dat het
sneeuwt, de
sneeuwschuivers
staan al te
wachten tot
de
landingsbaan
weer vrij
gemaakt kan
worden. Het
is een klein
vliegveld en
ik heb geen
enkel
probleem om
de
autoverhuur
te vinden.
Helaas heeft
hij geen
reservering
op mijn naam
liggen, maar
op basis van
mijn voucher
levert dit nauwelijks
oponthoud op. Er is
nog wel
enige
verwarring
omdat er een
paar dagen
eerder een
auto is
gehuurd door
iemand met
bijna
dezelfde
naam. Er
zijn direct
twee auto's
beschikbaar,
een polo of
een swift
4x4. Ik
krijg de
Suzuki Swift
4x4 mee.
Omdat het
maar een
klein
vliegveld is
wordt de
auto niet
gehaald maar
wordt
aangegeven
waar deze
ongeveer op
de
parkeerplaats
staat. Het
is niet meer
dan 100
meter lopen.
De auto zit
onder de
sneeuw.
Als
ik bij de
tweede
rotonde na
het
vliegveld
kom staat er
een sneeuwscooter
te wachten
om de weg
over te
steken. De
weg is alles
behalve
schoon en er
wordt
redelijk
rustig
gereden door
al het
verkeer.
Lastiger is
het om de
borden langs
de kant van
de weg te
lezen omdat
deze ook vol
zitten met
aangewaaide
sneeuw. Mijn
hotel is zo
gevonden.
Grappig is
dat er in de
zijstraat
waar het
hotel staat
twee
parkeermeters
staan, de
rest is vrij
parkeren. Ik
zit een
klein stukje
lopen uit
het centrum, een van de dingen die mij opvallen in het centrum van
Reykjavik zijn de muurschilderingen/graffiti (zie
enkele voorbeelden). Na
een dag
Rekjavik,
rij ik in
het donker
de stad uit,
vooral in
het begin is
het erg
wennen omdat
veel
richting
borden pas
op het
laatste
moment
staan. Zodra
je Reykjavik
uit bent is
er vrijwel
geen verkeer
meer. In elk
geval hoef
ik me geen
zorgen te
maken over
de
wegcondities,
er ligt in
elk geval
sneeuw op de
rijbaan.
Sneeuwschuivers
doen
doorlopend
pogingen om
de weg weer
schoon te
houden.
Ondanks hun
zwaailichten
zijn ze
amper te
zien,
dankzij de
aan de
achterkant
opgebouwde
sneeuwlaag
als ze je
tegemoet
komen zijn
ze wel goed
herkenbaar
door het
sneeuwgordijn
dat ze
opwerpen.
Ik
rij de
zuidelijke
ringweg
richting
Vik, als ik
ter hoogte
van de
Skogarfoss
ben is de
weg bedekt
met een laag
ijs. Hoewel
je hier
redelijk
goed over
kan rijden
kost het me
op enig
moment toch
wat moeite
om de auto
op de weg te
houden. Als
ik ever
later stop
begrijp ik
waarom.
Zonder me
vast te
houden aan
de auto zelf
kan ik amper
blijven
staan of
lopen.
Ondertussen
scheurt de lokale
bevolking je
moeiteloos
voorbij
schijnbaar
zonder
problemen.
Ze rijden
waarschijnlijk
met
spikes.
Over deze
ijsplaat
bereik ik de
afslag naar Ðryholas, op
deze weg zit
ik wat
minder
rustig op
mijn
(verwarmde)
stoel. Ook
deze bedekt
met een
dikke laag
ijs en in
tegenstelling
tot de
ringweg (op
dit traject)
is er geen
brede
grasstrook
naast de weg
maar aan
beide kanten
water (oké
ijs). Het
laatste stuk
kan ik niet
meer rijden,
hier liggen
er bevroren
sneeuwbanken
over deze
weg. Ik keer
de auto en
loop het
laatste
stuk. Een
goed
uitzicht op
het gat in
de rotsen is
niet te
krijgen,
hiervoor
moet je de
heuvel naast
de
parkeerplaats op. Zomers
kan je dit
rijden, maar
nu lukt dat
zelfs lopend
niet. Ik
beperk me
dus maar tot
een wat
beperktere
blik vanaf
het
uitzichtpunt
bij de
parkeerplaats
(lees einde
van de weg)
en het grind
strand.
Gelukkig
begint het
te mot
regenen en
begin ik me
erg zorgen
te maken
over het
vervolg van
mijn route.
Dit is het
enige punt
geweest waar
ik een
temperatuur
heb gehad
van boven
het
vriespunt,
enkele
kilometers
eerder was
het nog min
negen.
Ik heb
inmiddels
dus ook
geleerd om
de
waarschuwingen
van de
Vegagerdin
serieus te
nemen, voor
dit stuk was
de
aanduiding
"spots
of
ice". Doorrijdend
langs Vik
verlaat ik
de ijsplaat
om deze in
te ruilen
voor een
zwaar
besneeuwde
weg. Er valt
ook sprake
van zware
sneeuwval.
Op een stuk
van nog geen
twintig
kilometer
heb ik dus
achtereenvolgens
zon, regen
en sneeuw
gehad en een
temperatuurverschil
van zo'n elf
graden. In
de buurt van Nupstaðir
kom ik er
achter dat
deze
gesloten is,
iets wat mij
vreemd voor
komt als ik
uit mijn
herinneringen
put. Er
staat een
groot hek
voor de
ingang van
het parkeer
terrein. Ik
vermoed dat
het
particulier
bezit is en
allen zomers
vrij
toegankelijk
is.
Jammer. Door
de zware
sneeuwval
zie ik de
zin niet om
door te
rijden
richting
Skatafel.
Hier had ik
een
wandeling
willen maken
richting een
van de
watervallen,
door de
omstandigheden
lijkt dit me
niet erg
zinvol. Ik
heb me er
wel iets op
verkeken hoe
zwaar de
omstandigheden
zijn om te
rijden en
toch wel hoe
beperkt het
daglicht is,
het grootste
deel van de
dag rij ik
in het
donker.
Ondanks dat
het volle
maan is, is
het 's
nachts vaak
geheel of
gedeeltelijk
bewolkt en
echt goed
donker. Te
weinig zicht
om veel
plezier te
beleven aan
een
wandeling.
Omdat het me
niet lukt om
een hotel te
vinden (het
is heel dun
bevolkt)
slaap ik op
de veranda
bij het
toiletgebouw
van een
camping. De
camping zelf
is gesloten
en door de
bevroren
ondergrond
besluit ik
om maar geen
tent op te
zetten, maar
de toiletten
zijn nog
steeds
verlicht en
binnen is er
zelfs nog
stromend
water.
Ik
ga verder
naar Geysir
en Gulfoss,
hier ben ik
inmiddels
twee keer
geweest maar
het blijft
de moeite om
te zien en
de
omstandigheden
zijn elke
keer weer
anders.
Omdat van de
ene naar de
andere plaats
rijden hier
vrij veel
tijd kost besluit ik
bij hotel
Geysir te
overnachten.
Ik krijg een
van de
bungalows
die op het
terrein
staan, het
gebruik van
het buiten
zwembad
(gevuld uit
de
geothermische
bronnen en
hot tubs)
zijn hierbij
ingesloten
maar het
restaurant
is gesloten.
Ik ben dus
aangewezen
op de
benzinepomp
annex
souvenir/kledingshop
waarbij ik
er ook op
moet letten
dat deze om
zes uur
sluit. De
volgende
stop is Þingvellir,
hier ben ik
helemaal
alleen.
Alleen zodra
ik mijn auto
parkeer
komen er
twee auto's
langs die
ook dezelfde
parkeerplaats
op rijden,
de auto
parkeren,
uitstappen,
weer
instappen en
vervolgens
weer
wegrijden.
De parkeerplaats
ligt op zo'n
punt dat je
er wel
bewust naar
toe moet
zijn
gereden.
Opnieuw
is het
stralend
weer, op het
punt waar ik
sta. Het is
koud en het
waait wel
hard als ik
later op een
website kijk
zie ik dat
de
whalewatch
tochten zijn
afgelast
vanwege het
slechte
weer. Nog
geen veertig
kilometer
verderop. Vanaf Þingvellir
rij is langs
de fjorden
naar
Bogarnes om
vanaf daar
weer terug
te keren
naar
Reykjavik.
Dit is een
hele mooie
weg langs
............
Mijn
laatste dag
wil ik
eigenlijk
een aantal
plaatsen
bezoeken op
Reykjanes.
Van mijn
fietstocht
een paar
jaar geleden
kon ik mij
herinneren
dat hier een
aantal mooie
kleine
kerkjes
lagen (in
elk geval
een), er nog
een stuk is
waar de
scheiding
van de
continenten
zichtbaar is
en een
geothermisch
gebied ligt.
Hoe verder
ik van
Reykjavik
kom, hoe
meer sneeuw
er ligt. Bij
de afslag
naar
Grindavik
zijn er een
paar shovels
bezig om de
afslag,
rotonde en
weg berijdbaar
te maken. De
aflag zelf
is bijna
niet te
vinden. In
Grindavik
ligt er
zoveel
sneeuw dat
het niet
echt
verantwoord
is om de
onverharde
kustweg te
rijden.
Bovendien
zou ik deze
eerst nog
moeten zien
te vinden.
De kortste
weg vanaf
Reykjavik
die ik had
kunnen nemen
is al
afgesloten
en
waarschijnlijk
voorlopig
niet meer te
berijden
voor een
gewone
personen
auto. Als
alternatief
besluit ik
maar om naar
de Blue
Lagoon te
gaan die
vlak bij
Grindavik
ligt. Ook
hier zijn ze
volop bezig
om sneeuw te
ruimen, het
is in elk
geval niet
druk op de
parkeerplaats
staan er
slecht een
auto als ik
aankom, als
ik weg ga
zijn daar
niet meer
dan vijf
bijgekomen.
De
laatste uren
van mijn
verblijf
breng ik
weer door in
een
bijzonder
zonnig
Reykjavik. Als
ik 's
ochtends
vroeg naar
het
vliegveld
rij, wordt
er weer hard
gewerkt aan
het
sneeuwvrij
maken van de
rijbanen.
|