Zuid Korea
april - mei 2012

 

Met een half uurtje vertraging vertrek ik van Schiphol. Helaas zit het niet echt mee, na een tijdje in de wacht te hebben gestaan voor Helsinki moeten we uitwijken naar Estland in verband met een motorstoring bij een Turks toestel. Mijn vlucht naar Seoul is net vertrokken als we aankomen. De transferbalie heeft het inmiddels erg druk en ik krijg een alternatief om via Hong Kong te vliegen (de vlucht van de volgende dag zat al vol). Uiteindelijk sta ik veertien uur later dan gepland in Seoul, nog net op tijd voor de laatste bus richting het centrum. Helaas maar echt lekker weer is het toch niet.

De eigenaar van het guesthouse waar ik had gereserveerd had me als richtpunt een ander guesthouse opgegeven dat makkelijker te vinden zou zijn en waar hij me ophaalde. Ik heb de indruk dat hij in een pand een aantal een kamer appartementen heeft die hij als "hotel"kamers verhuurd.. In de stromende regen bezoek ik de Changgyeonggung en een dag later in de mist de Gyeongbokgung. Bij de tweede is het enorm druk, vooral met lagere schoolleerlingen die met busladingen tegelijk worden aangevoerd.

Bij regen is een paraplu hier verplicht. Het gaat zelfs zo ver dat een dame die een etensstalletje runt mij een paraplu aanbied, ik heb er op dat moment een in mijn jaszak zitten.

onmisbaar in Korea, je paraplu

Eindelijk schijnt de zon, het is wel meteen goed warm. Op mijn richting gevoel rij ik Seoul uit, alle toeriistenkaarten geven namelijk de buitenwijken niet aan en op de gewone kaart heb je weer geen gedetailleerd overzicht. Het zuiden van Seoul is af en toe best heuelachtig en regelmatig veel steiler dan waar ik zin heb. Ook is het heel druk en hebben stoplichten en voorsorteren hier een hele andere betekenis dan ik gewend ben. Het is wel de bedoeling dat ik op de stoep rij, maar als ik heel eerlijk ben is dat ook niet altijd alles. Meestal rij ik dus gewoon waar het mij het beste uitkomt. Heel inspirerend is het stuk Seoul uit niet, het is vooral druk en rij je alsnog op een zesbaansweg (de maximum snelheid ligt niet al te hoog) en op een enkel stuk ben je als fietser niet gewenst. Wel staat er heel veel bloesems langs de kant van de weg, maar veelal is het een aaneenschakeling van miljoenen steden. De stoplichten werken ook niet mee, als ik na nog geen zestig kilometer op mijn bestemming aankom blijkt het dat ik in totaal ruim een uur heb staan wachten voor verkeerslichten.

 

Bulgogi

Bimbimbap
met Kimchi

Zoals voorspeld begint het in de loop van de nacht te regenen en houdt het dit de hele dag vol. Als ik 's avonds een nieuwsuitzending zie blijkt het door het hele land heen een zware storm te zijn geweest.. Een guesthouse vinden is hier niet altijd even makkelijk, love motels te over (dit blijkt dus de normale manier voor overnachtingen te zijn, waarschijnlijk ergens tussen de herberg en het bussiness hotel in en makkelijker te vinden). Uiteindelijk vindt ik een kamer tegenover het station, ik moet zelf wel eerst de lamp in de badkamer vervangen en zie dat de eigenaresse nog iets staat te rommelen met een afstandsbediening. Later blijkt dat van de elektrische deken te zijn, die ze vast op vol had gezet. Het klaart weer op en er begint ook meer landbouw te komen. Korea is een stuk aantrekkelijker om door heen te fietsen als je niet door allerlei buitenwijken van steden rijdt, hoewel de plaatsen die ik nu passeer ook niet echt klein te noemen zijn.
Een andere uitdaging is geld, bijna overal staan geldautomaten maar probeer er eens een te vinden die ook iets anders aan kan dan Koreaanse bankpassen

Slechts af en toe staat er langs de weg een bord met hierop de afstanden tot een plaats, als ik vanuit Chonju op weg naar een nationaal park ben kom ik op een moment een bord tegen dat de ingang van het park nog vijftig kilometer rijden wordt. Plus de afstand die ik al heb gereden wordt dat toch wel erg veel voor een dag en pas ik mijn plannen aan en fiets ik een rondje en bezoek ik de oude vesting muren van de stad. Als ik de laatste kilometers terug rij kom ik door een tweetal tunnels en een vrij nieuw ogende weg en kom ik er achter dat ik toch wel wat hoogtemeters heb gemaakt. Onderweg kwam ik langs een art-gallery, hoewel ik in de - buiten - tentoongestelde kunst toch voornamelijk gebroken en gestapelde stenen kruiken zag. De kunstenaar zelf is ook nog aan het werk, zo te zien een houten beeld aan het maken aan de hand van een plaatje uit een boek.

 

Ter hoogte van Sejong wacht me een verassing. In de middenberm zie ik een bordje staan dat een fietspad aangeeft, geheel tegen mijn principes verlaat ik de hoofdrijbaan en blijk op een lange afstandsfietspad terecht te zijn gekomen. Hoewel het uit een aantal bordjes anders blijkt raak ik achttien kilometer verderop het fietspad weer kwijt bij Daejeon (bij het Worldcup Stadion). Ik denk dat dit het eerste deel van het traject is en er aan de rest nog moet worden begonnen (aan het begin stond namelijk een bordje met de vermelding Nonsan).

Zondagmiddag loop ik rond in de "oude" binnenstad van Jeonju. Volgens opgave kent dit de grootste concentratie van traditionele Koreaanse huizen in het hele land. Dit is dus hetzelfde als heel veel weekeinde vierende Koreanen doen, de meeste huizen zijn omgebouwd horeca gelegenheden of winkels en in de rest van de stad is er bijna niemand te vinden. 

Ter hoogte van Jeonguep krijg ik een aangename verassing. De weg die ik al voor een groot deel volg vanaf Seoul wordt ineens tweebaans (ik heb dezelfde weg nu gezien van tweebaans tot vier keer twee rijstroken) en moet ik weer gewoon over een pas fietsen in plaats van door een tunnel. Dit is het eerste stuk dat ik de weg in zijn oude glorie kan meemaken helaas gaat dit niet lang meer duren. Het grootste deel van de dertig kilometer is de nieuwe weg al klaar, de tunnels zijn al geboord en alleen de ruggen moeten nog worden afgebouwd. nog even en dit mooie fietsstuk is ook verloren gegaan aan de vooruitgang.

Het - voorlopig - laatste stuk op het vaste land rij ik opnieuw in de regen, binnen zes kilometer ben ik volledig doorweekt, de volgende ochtend wacht mij de veerboot. Helaas mag ik  mijn fiets niet op het autodek neerzetten maar moet ik deze de passagierstrap mee opnemen. De economy class bestaat hier uit grote "kamers" voor een man of 25 waar je gewoon op de grond moet gaan zitten (of liggen). Mijn fiets heeft ook nier nog wel wat voordelen, voor de boot heeft aangelegd wordt ik al uit de "rij"wachtenden voor ontscheping gehaald en vast voorbij de "portier"geleid. Nog voor de rest van de passagiers van boord mogen ben ik de haven al uitgefietst. Het is hier inmiddels gelukkig wel droog.

De haven is gelukkig vrij dicht bij het centrum en voor ik het weet heb ik een hotel gevonden. Ze kijken me wel wat vreemd aan als ik vraag naar een plaats waar ik mijn fiets kan stallen, het enige waar ze mee aankomen zijn de fietsenrekken op de hoek. Nu kan ik dat hier wel doen, ondanks dat dit de grootste plaats op het eiland is terwijl ze in de kleinste plaatsjes heel veel moeite doen om je fiets ergens zo veilig mogelijk binnen te zetten. Het zal wel iets te maken hebben met de betrokkenheid van het personeel, hier is dat allemaal ingehuurd en elders tref je waarschijnlijk de eigenaar zelf of zijn familie. Ik begin het systeem van pinnen ook te begrijpen, je moet echt een pin-automaat hebben met een global ATM sticker erop. Zelfs met een sticker bij de entree wil het niet zeggen dat je bij iedere machine geld krijgt.

Het mooiste van Jeju is de Drakenhoofd rots, als je weet wat heet voorstelt kan je er met veel fantasie een drakenhoofd in herkennen. Voor de Koreanen is dit een enorme attractie. Het leukste eraan is te zien hoe de Koreanen reageren. Om de hoek onder een zeil worden zeevruchten verkocht. Ze worden schoon gemaakt, in stukken gesneden en met sojasaus gegeten. Ondertussen komen de vliegtuigen vlak boven je hoofd aan, ze vliegen voor het grootste deel aan over de Chinese zee en komen maar een klein stukje boven de stad. 

Ik rij verder - met onderbreking van een lekke band - via de kustwegen. De staan netjes aangeven op borden op de hoofdweg en zijn makkelijk te vinden. Er zijn slechts een paar stranden, het grootste deel van de kust bestaat uit lava.
Exact aan de andere kant van het eiland zoek ik een overnachtingsplaats, helaas ligt het zwaartepunt van de hellingen ook hier. Aan de andere kant heb ik wel een goed uitzicht op de vulkaan (en het hoogste punt van Korea). Met het vinden van een hotel heb ik geen enkel probleem, aan eten is minder makkelijk te komen. Het is én een toeristische trekpleister en het heeft een vissershaven. Benenden bij de haven staat zelfs een bord dat aangeeft dat je in een soort restaurantstraat bent aangekomen, jammer genoeg geeft de ene aan dat ze alleen groepen bedienen en heeft de volgende besloten om er voor de dag mee te stoppen. Uiteindelijk is er wel eentje waar de keuken nog open is  en ik eet gelijktijdig met de eigenaar. Het volgende kwart van de kustlijn staat vol met viskwekerijen, je hoort ook overal en geluid van stromend water (voor verversing van de bassins). Ook zie je hier overal vrouwen die met wetsuit, duikbril, zwemvliezen en net het water ingaan om zeevruchten op te duiken. Heel ver uit de kust gaan ze niet. Ter hoogte van mijn avondstop is het ineens erg druk, hier is opnieuw sprake van een Koreaanse hotspot. Een oudere vrouw met een winkeltje spreekt me aan of ik een kamer zoek. Na mijn ervaing van gisteren zoek ik wat vroeger een restaurant op, hoewel het inmiddels vrijdag is en er blijkbaar meer mensen zijn die Jeju bezoeken en dus een reden om langer open te blijven. Gistermiddag zag de parkeerplaats voor de watervallen er nu ook niet echt verlaten uit, maar waarschijnlijk waren er weinig overnachtingen in de plaats zelf.

Het laatste stuk van mijn rondje Jeju gaat ook langs de kustlijn, maar zodra ik in de buurt van Jeju-Si kom veranderd de omgeving in die gebruikelijk is in de buurt van een grote stad met bijbehorende haven. De ferry terminal is nog volledig verlaten en ik besluit nog een nacht hier te blijven. het is zaterdag en volledige Koreaanse families hebben zich verzameld bij de boulevard. De kinderen spelen en fietsen en de ouders zitten vol aandacht hun mobiele telefoons te bestuderen.
Fantasia is nu niet alleen open maar ook volop in gebruik, de meeste attracties zijn gericht op de kleine kinderen maar ook de wast oudere jeugd komt aan zijn trekken in het vikingschip en iets met de naam hiphop, "crazy"" zoals een 15-jarig meisje me uitlegt. Later kom ik nog een paar van haar vriendinnen tegen die foto's van zichzelf maken via een ronde spiegel in een convienience store.
 

'S avonds krijg ik tot mijn verbazing een kamergenoot, volgens mij had ik een kamer geboekt voor mijzelf en geen dormatory. Op basis van het tijdstip zou de hotelstaf al weg zijn (denk ik) en er staan toch twee bedden. De volgende dag is het vooral wachten tot de veerboot aan het einde van de middag vertrekt. Dat doe ik gedeeltelijk met espresso en gedeeltelijk weer in de buurt van de zee promenade. 

Op de boot is het erg gezellig, het is wel druk omdat veel groepen vanavond terug gaan, als ik wat foto's bijwerk voor mijn site wil iedereen ze zien en een man wil graag zijn eigen foto's op scherm bekijken (ik snap niet dat hij met zijn apparatuur slechts een 4Gb geheugenkaartje bij zich heeft hij en zijn vrienden zijn duidelijk naar Jeju gegaan om te fotograferen). Met het grootste gemak vind ik mijn hotel van een paar dagen geleden terug om er achter te komen dat de kamers nog steeds zo warm zijn. Mokpo ziet op de fiets in het zonnetje toch heel anders uit dan in de stromende regen.

Het eerste stuk begint weer als een te brede snelweg, na verloop van tijd gaat deze toch weer over in de weg die ik graag wil zien. Dat betekent ook weer dat je over de berg heen moet in plaats van er onderdoor. De tunnels zelf zijn nog niet eens zo erg om door heen te fietsen (afgezien van het geluid) maar ik ben niet de enige die hier zonder licht rijdt, er is bijna geen Koreaan die bij het binnenrijden van een tunnel zijn licht aan zal doen. Ze halen overigens wel ruim in.

In Namwon heb je een van de oudste tuinen van Korea (rondom de kantoren van de locale beambten) die bovendien helemaal in het teken staat van een fictieve liefdesgeschiedenis compleet met het plastieken liefdeskoppel. Het schijnt een van de populairste verhalen in Korea te zijn. Tegenover het  park heb je dan ook nog een brug die volgens de diverse posters een bijzondere lichtshow laat zien, dan moet je er waarschijnlijk niet zijn op een dinsdag in mei. De brug is wel verlicht met lantaarns die steeds wisselen van kleur.

Direct na Namwon krijg ik de voordelen van de weg te zien en mag ik een pas over.

Op grote stukken is het duidelijk herkenbaar aan de geuren wat er wordt verbouwd, veel is afgedekt met plastic of een zwaardere soort doek. Zo rijdt ik kilometers door aardbeienvelden waar een duidelijke geur omheen hangt van aardbeien jam, anderzijds rijk ik ook lang eendenhouders. Deze zijn goed herkenbaar door hun gensater, het aroma dat er omheen hangt is niet te omschrijven

In mijn "planning" had ik rekening gehouden met een dag in Daegu, alleen op het moment dat ik door de stad heen fiets vind ik het er niet erg aantrekkelijk en uitnodigend uitzien, ik vermoed dat de massaliteit van deze stad wat teveel is. Met enige moeite vind ik een hotel (er zijn er meer dan genoeg) en neem degene die er het minst verlopen uitziet van het rijtje. Deze heeft zijn beste tijd lang geleden gehad en dat geld ook voor de schoonmaakbeurt van het tapijt in de gang, gelukkig hebben ze er voor de sfeer gedempt licht zodat dit niet erg opvalt. De kamer zelf is wel netjes, maar het meubilair heeft ook betere dagen gekend en de wastafel in de badkamer is al verdwenen. Misschien is het dat dit daarom de enige kamer in het hotel is die bestemd is voor een persoon,  ik heb zelfs geen condoomautomaat in de hal hangen die ik door geopende deuren van andere kamers wel zie.

Van de rit vanaf Daegu blijft het me vooral bij dat het heel erg koud was, ik moet mijn toevlucht zoeken tot alle warme fietskleding die ik bij me heb (wat zich overigens beperkt tot arm- en beenstukken). Meteen na aankomst zoek ik een comfortabel hotel.

De volgende twee dagen breng ik door met het bezoeken van tempels, grafheuvels en een museum. 

Direct buiten Gyeongju is de route enig zins verwarrend, op de weg staat een bord "verboden voor fietsers", als ik nog een stuk over de stoep verder rijdt houdt deze ook gewoon op. Aan de overkant zie ik ineens een aanduiding voor een fietspad, een paar kilometer verdrop houdt deze ook spontaan op. Ik vervolg mijn weg in de richting die in elk geval niet terug de stad in leidt, ondertussen rij ik op een weg waarvan ik geen flauw benul heb waar deze naar toe gaat. De enige richtingborden die er staan verwijzen naar plaatsen waar ik in elk geval niet heen wil. Dit gebruik ik maar om mijn richting te bepalen, het blijkt een goede ingeving te zijn want kilometers later kruis ik een snelweg en vervolgens de volgende. Helaas zijn beide aangeduid als snelweg en dus niet toegankelijk voor motoren. Bij de tweede heb ik echt geen enkel idee hoe ik er om heen zou moeten rijden. Ik rij wat rondjes door het plaatsje en kom vervolgens bij een andere oprit waar het verbod niet voor geldt. Ik gok erop dat het verbod alleen geldt voor de snelweg waar de door mij gekozen weg een paar kilometer mee samenvalt. Strikt genomen is het alleen een verbodsbord voor motoren en zie ik geen enkele aanwijzing dat dit ook voor fietsers geldt, als iemand er überhaupt aan heeft gedacht dat je daar zou willen of kunnen fietsen.
Ondertussen is het weer begonnen te regenen en rijdt ik voor de tweede keer een band lek, ik repareer het lek maar kom er vervolgens achter dat waarschijnlijk het ventiel niet goed meer is, de band blijft heel langzaam leeglopen. Niet echt prettig omdat je band oppompen met zo'n kleine pomp een behoorlijk karwei is en de pomp zelf ook kuren begint te vertonen. Het blijft motregenen en pas als ik in mijn overnachtingplaats ben aangekomen houdt het op met zachtjes regenen.

Ik rij nu parallel langs de kust maar vaak toch niets iets teveel van de zee af, er zijn ook alleen zijwegen die naar vissersplaatsjes leiden en daar doodlopen. Pas na Ulji is er een echte parallelweg, alleen loopt deze vlak langs de snelweg. Dit is in elk geval rustiger voor zover het aantal auto's betreft. Ook de parallelweg loopt af en toe dood, om geen verwarring te laten ontstaan met betrekking tot de richting staat in de buurt van opritten vaak alleen een bord met de richting op de hoofdweg. Je moet dan terug om te zoeken waar je de juiste afslag kunt vinden.

In de omgeving kom je steeds meer militairen tegen en grote stukken van de stranden zijn afgezet met een hek en overal staan lampen om het strand 's nachts te verlichten, het is duidelijk dat je hier in de buurt van de grens komt.
Uiteindelijk stop ik in Sokcho, vanaf daar kan ik nog 60 kilometer door fietsen (in voormalig Noord Korea) naar een observatiepunt maar vraag me af wat dat voor toegevoegde waarde heeft. Wat dat betreft is een vissershaven een stuk interessanter. Het strand is ook hier 's avonds verlicht, niet voor de gezelligheid maar tegen mogelijke indringers. In de avondschemering zie je snelle kleine boten de haven verlaten om voor de kust te patrouilleren (ze hebben wel zwaailichten in de haven).

Vanuit Sokcho ga ik richting de hoogste pas van deze trip, ik hoop dat het een beetje duidelijk is aangegeven zodat ik niet de tunnel in verdwijn (gelukkig en toltunnel en verboden voor fietsers). Op goed geluk neem ik de parallelweg en blijk goed te hebben gegokt, het is wel warm maar met een stevige tegenwind is de klim goed te doen (max 15%)). nog niet niet met een staande ovatie wordt ik boven ontvangen. Vanaf hier is het voornamelijk afdalen tot mijn volgende overnachtingspunt, met een uitzondering, een voor mij verboden tunnel. Ik volg de richting van de tunnel, maar kom er na twee kilometer (bergop) achter dat dit een doodlopende weg is

Hier begint Seoul toch wel dichtbij te komen, om er niet al te snel te zijn zoek ik wat ik denk dat mooiere wegen zijn. Zo komt het dat ik op weg naar Suncheon relatief weinig hoogtemeters maak en veel tunnels door moet waaronder een van vijf kilometer. Deze is vrij nieuw en door werkzaamheden rond de ingang zie ik geen mogelijkheid om de pas te rijden (als dit al mogelijk is)


In de tunnels is het relatief rustig omdat het zondag is, maar aan de andere kant trekken ook alle Koreanen er zondags op uit. En wat is er nu mooier dan met je Harley-vrienden te gaan toeren. Zwaailichten aan (blijkbaar toegestaan voor iedereen) en rijden maar, alleen jammer als je ze in een tunnel tegenkomt. De herrie is al verschrikkelijk bij gewone moderne auto's laat staan mensen die rijden voor de Harley sound. Uiteindelijk kom ik in de drukte en herrie van Suncheon aan en kom er achter dat direct achter mijn hotel het "Ah! Soorajang" plaats vindt, de opening van het Suncheon-mime festival.

Als ik 's ochtends bij de "6" aankom om de laatste kilometers richting Seoul te fietsen, zie ik opnieuw een fietspad. Het ziet er uit alsof het de goede kant op gaat en ik besluit de gok te wagen. Het blijkt een goede gok te zijn, volgen de aanduidingen op de weg zou ik dit fietspad ruim 25 kilometer kunnen volgen en zou het nog een ruim 100 kilometer de andere kant op gaan.. Een groot deel is aangelegd op een oude spoorbaan, waardoor de rit vrij vlak is en er regelmatig tunnels zijn geboord. Het fietspad houdt niet op maar volgt de rivier tot ik bij mijn afslag in Seoul ben. Dit is iets dat ik op de heenweg had moeten weten, in iedere plaats heb je wel fietspaden in de rivierbedding maar deze zijn over het algemeen maar een paar kilometer lang en dienen voor de locale recreatie.
Bij de juiste brug aangekomen is het nog slechts een paar kilometer naar de wijk waar ik een guesthouse heb gereserveerd, een paar honderd meter van de plaats waar ik mijn fietstocht ben begonnen. Ook dit is nu makkelijker en sneller te bereiken dan toen ik Seoul verliet. Het scheelt natuurlijk wel dat ik nu op basis van mijn GPS exact weet waar ik moet zijn en zelfs met alleen de basiskaart van de GPS heel nauwkeurig kan bepalen welke richting ik nu op moet.

 

  
     
  
van naar afstand hoogte verschil max. hoogte
Seoul Suwon 58 335 90
Suwon Cheonan 69 458 76
Cheonan Chongju 62 427 98
Chongju 54 486 366
Chongju Nonsan 87 512 362
Nonsan Jeonju 61 263 93
Jeonju Jangseong 116 888 274
Jangseong Mokpo 85 373 112
Mokpo Jeju-Si 7
Jeju-Si Seogwipo * 108 793 187
Seogwipo Seongsan 65 313 111
Seongsan Jeju-Si 63 452 81
Jeju-Si Mokpo 15
Mokpo Gwanju 88 500 95
Gwanju Namwon 75 432 256
Namwon Geochang 81 861 504
Geochang Daegu 96 586 315
Daegu Gyeongju 72 351 155
Gyeongju 57
Gyeongju Yeongdeok * 85 446 107
Yeongdeok Uljin 97 622 126
Uljin Donghea 93 1001 107
Donghea Sokcho 113 746 124
Sokcho 17
Sokcho Inje 59 820 773
Inje Chuncheon 83 638 531
Chuncheon Yangpyeong 87 863 335
Yangpyeong Seoul 68 254 83
 Seoul  72
totaal 2093
* lekke band
 


Ik heb echt geen rondje op mijn waterfiets gereden, maar Jeju-Do is op deze schaal helaas niet zichtbaar als eiland.
 

 
Foto's
Kaarten
  • Freytag & Berndt Korea North - South (1:800.000)
  • ITM South Korea (1:550.000)
     
  • Korea Tourism Map 1:180.00 (koreaans) ISBN 89-87060-08-A
  • Tourist Guide Map 1:600.000
Links

 

Het weer