Tokyo
november 2011
Tegenwoordig
vertrekt er
geen vlucht
meer op
tijd. Bij
het
inleveren
van mijn
bagage
constateert
de
grondstewardess
dat ik meer
dan genoeg
tijd heb op
Frankfurt,
ze zijn al
aan het
kijken om
mensen op
eerdere
vluchten te
krijgen in
verband met
vertragingen. De
vlucht van
Frankfurt
naar Tokyo
gaat per
A380, ik
vroeg me al
af hoe ik op
rij 73
terecht kwam
en echt nog
niet in de
staart van
het
vliegtuig
zat maar het
is echt een
enorm ding.
De vlucht
was –
afgezien van
het ongemak
van bijna
elf uur
zitten –
redelijk
comfortabel
en alleen de
moeder en
dochter die
naast me
zaten waren
in het begin
erg
zenuwachtig
bij de
gedachte dat
ze moesten
vragen om er
lang te
mogen voor
een
toiletbezoek.
Veel anders
dan
buigingen
spraken ze
niet echt
een woord
over de
grens. Een
paar
woordjes
Engels waren
niet
onhandig
geweest bij
een Europese
vakantie. Zelfs
de douane
maakt indruk
door
efficiency,
geen gezeur
met loketten
die allen
beschikbaar
zijn voor
diplomatieke
paspoorten
(hoewel die
wel
voorgaan)
maar je
wordt gewoon
de
betreffende
rij
ingestuurd.
Mijn
inreisvisum
wordt ook zo
netjes
mogelijk
naast de
vorige
geplakt.
Alleen
hebben ze
hier de pin
automaten
verstopt er
zijn diverse
loketten om
geld te
wisselen en
er hangt een
bordje met
waar de
dichtstbijzijnde
automaat is.
Alleen staat
deze achter
een muurtje
om een hoek. Het
moeilijke
deel om
ergens in
Tokyo met de
metro of
trein heen
te gaan, zit
er in dat je
weet welk
station je
moet hebben
en met welke
maatschappij.
Alle lijnen
hebben een
eigen kleur
op de kaart,
over het
algemeen
staat de
informatie
ook wel
ergens
aangegeven
in het
Engels, soms
op dezelfde
kaart, soms
op een
aparte en
soms hangt
er een
aparte lijst
met
bestemmingen
en prijzen.
Deze laatste
is het
moeilijkste
als er
meerdere
lijnen vanaf
het station
vertrekken.
Je kunt het
ook heel
makkelijk
doen en
overal een
kaartje voor
het minimum
tarief
kopen, op
elk station
staat er een
machine om
het juiste
bedrag te
bereken voor
de uitgang.
Bovendien
zijn alle
machines in
het Engels
instelbaar.
Je komt echt
overal in
Tokyo met
een
combinatie
van de metro
en de trein.
Als je geluk
hebt kan je
het hele
traject met
dezelfde
maatschappij
afleggen en
hoef je
verder niet
uit te
checken en
een nieuw
kaartje te
kopen.
Afhankelijk
van het
tijdstip
waarop je reist
kunnen de
treinen en
de metro’s
wel
behoorlijk
vol zitten.
Als je
enigszins
aan het
openbaar
vervoer hier
bent gewent
werkt het
makkelijk en
is het
redelijk
ontspannend.
In de meeste
treinen en
metro’s
wordt
bovendien de
stations en
de mogelijke
overstappen
in zowel het
Japans als
het Engels
omgeroepen.
Autorijden
moet hier
wel erg
makkelijk
zijn, in de
hele stad
zie je
relatief
weinig auto’s
rijden. De
express
highway die
rond de stad
rijdt is een
grote file,
maar in de
straten is
er relatief
weinig
verkeer.
Waarschijnlijk
is het geen
doen om elke
dag Tokyo in
en uit te
rijden en
vermoedelijk
is er een
groot
parkeerprobleem. Na
aankomst
vergis ik me in de exacte positie van mijn hotel, ik had deze
op een
bepaald punt
verwacht,
maar had er
niet op
gerekend dat
de
trein/metro
stations zo
verschrikkelijk
uitgestrekt
kunnen zijn.
Ik kon toch
nog niet
inchecken en
heb mijn
bagage dus
afgegeven en
ben
vervolgens
Asakusa
ingegaan. In
deze wijk
had ik mijn
laatste
nacht in
Tokyo (2010)
ook
doorgebracht.
Bij hoge
uitzondering
is de tuin
bij de Demibö-in
open voor
publiek.
Mijn
tweede dag
in Tokyo is
het
noodweer,
het regent
de hele dag
en ook niet
zo heel erg
zachtjes. Ik
besluit om
maar naar
Ueno station
te lopen en
daar het
park in te
gaan
(afhankelijk
van het
weer). Vlak
bij het
station en
in het park
ligt ook het
Tokyo
National
Museum. De
collectie is
hier groot
genoeg om
een dag
regen door
te brengen.
Van het Ueno
park heb ik
verder
weinig
gezien, niet
alleen
nodigde het
weer niet
uit voor een
mooie
wandeling
door een
park, maar
ook was een
groot deel
van het park
– in de
buurt van
het museum
–
opgebroken
wegens
werkzaamheden.
In het park
liggen
overigens
meerdere
musea en de
kunstacademie
waar werk
van
studenten
hangt. Uit
de
opgeprikte
stukken maak
ik op dat ze
vooral
zuinig zijn
op papier.
Bij een werk
had ik de
indruk dat
ik naar een
weerkaartje
keek van een
cycloon. Wat
overigens
bleek te
kloppen,
ernaast hing
het
origineel en
dat was een
print van
een
weersatelliet
van de NASA.
Blij dat ik
zo’n
kunstkenner
ben. In het huidige Tokyo is er weinig van voor de tweede wereldoorlog te vinden en je bezoekt vooral de diverse wijken met hun bijzonderheden.
Ondanks dat er een enorm gebrek aan ruimte is en er dus voornamelijk hoogbouw is, is er ook veel ruimte voor parken en groen. Langs de de Sumida ligt zo'n groenstrook, waar 's nachts de daklozen de nacht doorbrengen, soms met alleen een kartonnen doos. Daarnaast heb je veel parken zoals de oostelijke tuinen bij het Keizerlijke paleis, die voor publiek toegankelijk zijn. Wat me wel opviel is dat ik in de Koishikawa Körakuen en bij de Demibö-in geen buitenlander aantreft. Overigens in veel van de andere wijken eigenlijk ook niet.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Foto's | |||||||||||||||||||||||||||||
Kaarten
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Links | |||||||||||||||||||||||||||||
Het weer
|